zaterdag 8 oktober 2011

Vrije tekst Alicia Karabag

Wanneer stopt het?

Het begon allemaal in het eerste leerjaar. Toen ik zes jaar oud was kreeg ik te horen dat mijn mama kanker had, longkanker om specifiek te zijn. ik was nog maar zes jaar oud dus ik realiseerde me nog niet echt wat er ging gebeuren of wat de gevolgen waren. Het enige wat ik wist was dat het gevaarlijk was.

Om het hele verhaal te kunnen vertellen moeten we nog een twee jaar terug in de tijd gaan. Ik kan mij nog alles herinneren, al was ik nog maar vier. Mijn mama had pijn in haar rug. De eerste weken was de pijn nog dragelijk, maar na een maand of twee was dat niet meer het geval. De pijn was zo ondragelijk geworden dat ze uiteindelijk toch naar een dokter was gegaan. die heeft haar dan onmiddellijk doorverwezen heeft naar het ziekenhuis van Genk. Daar moesten ze röntgenfoto’s laten nemen. Maar naarmate de maanden vorderden wisten de dokters nog niet wat er met mijn mama aan de hand was.

Ik zie het nog voor mij: mijn mama die anderhalf jaar lang zo ziek als iets op de zetel heeft liggen huilen en pijn hebben. Ze was het zo moe dat ze zei ‘dat de dokters dan gewoon zeggen dat ik kanker heb, dan kunnen ze mij tenminste helpen’. En niet alleen mijn mama maar ook mijn oma was het beu om mijn mama zo te zien. Ze wist namelijk hoe het voelde om kanker te hebben. Na die anderhalf jaar lang onderzoeken te hebben gedaan, zei mijn oma ‘Nadia, ga naar het ziekenhuis van Leuven daar zullen ze onmiddellijk vinden wat je hebt’. Mijn mama volgde de raad op en heeft dan meteen een afspraak gemaakt.

Een paar weken later kreeg mijn mama het verdict al te horen. Het was kanker zoals ze het al dacht. Aan de ene kant was ze blij maar aan de andere kant ook weer niet. Om te horen dat je longkanker hebt is nooit leuk, daarom dat ik toen niet snapte waarom ze aan de ene kant toch wel blij was. En dat is wat ik nu wel snap. Ze was blij omdat ze nu wist dat ze geholpen kon worden. Ze wist dat ze van al die pijnen verlost kon raken, en dat deed haar deugd. De dokters hebben haar zo rap mogelijk opgenomen in het ziekenhuis.

Zodra da operatie gedaan was, kwamen de chirurgen naar ons toe om te zeggen hoe de operatie was verlopen. De operatie was zeer goed verlopen, maar we mochten nog niet bezoeken. Ze lag nog op intensieve. Dat is een soort kamer waar mensen ontwaken uit hun slaap. Maar als ze eenmaal wakker was mocht ik haar wel zien.

Ik vond het eigenlijk wel eng om haar zo aan de beademingsmachine te zien. het was net alsof ze in een coma lag door al die machines rond haar. Ook kan ik me nog herinneren dat ik in de auto zat te huilen omdat ik zag hoe moeilijk mijn mama het had. Ze moest terug leren hoesten en praten kon ze amper. Dat was dan wel door de verdoving. maar het blijft eng al weet je dat dat door de verdoving is.

Een paar maanden na de operatie was alles bijna terug normaal. Mijn mama moest wel nog veel rusten maar ze kon al heel veel terug zelfstandig doen. Het is niet fijn om je mama in zo omstandigheden te moeten zien dus het was zeer leuk om te zien dat ze terug op de been was.

Maar zoals iedereen weet duren mooie sprookjes niet voor lang. Na acht jaar kreeg mijn mama terug kanker. En dat ook weer aan de longen. Gelukkig was het een goedaardige tumor die zich niet snel uitzaaide. Ik weet nog dat mijn gedrag op school begon te veranderen. ik heb hierover toen met mijn leraren gebabbeld. Die zeiden me dat het volkomen normaal was dat ik mezelf anders ging gedragen dan normaal. En ook deze operatie was goed verlopen. En zelfs veel beter dan de eerste keer. Dat is omdat de eerste keer ook een grotere operatie was. Toen hebben ze nog ribben moeten wegnemen en dat was niet het geval bij de tweede operatie.

Er waren ook onderzoeken gedaan, voor te kijken van wat de kanker kwam. Het kwam niet van het roken maar wel van astbest. Dat is een soort stof die in de natuur voorkomt. Het kan ook in je verwarming zitten. Het is toen uit onderzoeken gebleken dat het in onze verwarming zat. En al was de kanker niet van sigaretten, het moet je toch ergens schrik laten krijgen. En dat had mijn mama niet. Maar dan had ze dan goed mis. Want na twee jaar kreeg ze dan toch nog maar eens kanker. Ditmaal was het wel van het roken. En voor de derde keer was het een klap in ons gezicht.